MACHTIGE HEUVELS. MOTTEKASTELEN IN HET GRAAFSCHAP VLAANDEREN

Vanaf het midden van de 11de eeuw verschijnt in Vlaanderen een nieuwe kasteelvorm: het mottekasteel of de castrale motte. Dit eenvoudig, maar efficiënt kasteeltype werd grotendeels opgebouwd uit hout en aarde, twee grondstoffen die rijkelijk aanwezig waren in het middeleeuwse Vlaanderen.

Het mottekasteel wordt vooral gekenmerkt door een opvallende tweeledige morfologie. Een kunstmatig opgehoogd opperhof, tot soms meer dan tien meter hoog, met daarop een toren omgeven door een palissade. Rond het opperhof werd een brede en diepe gracht aangelegd. Daarop sloot het neerhof aan, dat eveneens werd omgeven door een gracht en/of palissade en ruimte gaf voor verschillende gebouwen met een residentiële, economische of ambachtelijke functie.

Het mottekasteel was een symbool van sociale status en heerlijke macht, daardoor kende het gedurende meer dan twee eeuwen een enorme populariteit in het graafschap Vlaanderen. Vandaag de dag zijn heel wat relicten van mottekastelen nog zichtbaar in het landschap en verschillende dorpen en steden dragen nog littekens ervan in hun weefsel.

Tijdens deze lezing verkennen we het mottekasteel in al zijn gelaagdheid en gaan we op zoek naar sporen ervan in de Zwinstreek.